dinsdag 24 maart 2009

in de war

Vorige donderdag stond ik op en ik was zó in de war! Nog altijd een beetje trouwens.

Ik leek echt met het verkeerde bed uit mijn been gestapt. Een raar gevoel had ik, maar het valt moeilijk te beschrijven. Het overkomt mij wel vaker en dan helpt een flinke wasbeurt mij er meestal weer bovenop. Dus ik nam een frisse douche, maar toen ik me afdroogde, zag ik dat ik met het badwater een kind had weggegooid. Ik schrok natuurlijk, maar nu is er toch niets meer aan te doen.

Dus kleedde ik mij snel aan en zette een stevige kop koffie. Een plotse koudevlaag leidde al snel mijn aandacht af. Natuurlijk, ik had geen trui aangetrokken. Maar waar lag die nu alweer? Lang zoeken hoefde ik niet: daar kwam al een mouw uit een aap. De rest zou dan wel volgen, ik was er gerust in. Ik nam een slok van mijn koffie en wilde een boterhammetje smeren. Alsof het nog niet genoeg was, struikelde ik met het pakje boter in de hand. Ja zeg verdorie, was ik nu toch niet met de boter in een gat gevallen zeker!

Met als gevolg – dat kan je wel raden – er zat bij mij boter in een haar. Van een woelige donderdagochtend gesproken... De tijd stond natuurlijk ook niet stil, dus trok ik mijn trui aan, volledig vrij van aap, en sprong op de fiets.

Onderweg was het ook niet meer wat het geweest was: in de wei tegenover werden er oude grachten uit de koeien gehaald, en ik kon nog net een boom ontwijken, die niet ver van een appel viel. En voor het huis van de buren moest ik onder een koord fietsen, dat vanonder een kat vandaan kwam. Ik noemde de kat een kat en liet me niet van mijn stuk brengen door dit amateuristisch stukje chaos.

Gelaten reed ik door en hoorde de vogeltjes fluiten. Naar het motto ‘Beter één hand in de vogel, dan tien in de lucht’ waagde ik het zelfs om de laatste honderd meter zonder handen te fietsen!

En toen ik in de radiostudio aankwam sloegen ze koppen met nagels, dat kan ik jullie wel zeggen. En wat een grootheden vandaag in de studio! Ja, vele groten maken één kleintje, zei de olifant, en ze deed een plasje op de mug. Maar op die van I Love Sarah had er eentje teveel geplast.

donderdag 12 maart 2009

in de keken

Zo ongeveer een week geleden zei Joksie dat ze pannenkeken had gebakken. Ja pannenkeken. Omdat ik niet graag iemand zijn fouten onder zijn neus duw, accepteerde ik het maar als pannenkoeken. Maar er kwam hevig protest. Het ging wel degelijk om pannenkeken. Wat dat dan wel mocht zijn, vroeg ik mij stilletjes af. En later kwam ik erop uit:

De pannenkeek is een voorouder van de iets bekendere stam van de pottekijkers, die vroeger het keukenlandschap domineerden. Toch is het nodig om hier een kleine nuance te maken: Wat vroeger bekend stond als pottekijkers, verstaan we nu onder pottekekers. Want aangezien hetgeen dat vroeger nu was, nu vroeger is, komen de pannenkeken en de pottekekers voor ons op eenzelfde lijn te staan.

Ook de keuken zelf is niet meer wat het geweest was. De afstand tussen keuken en pottekijkers is minder ver dan je zou denken. Volg maar even mee:

Wat kwam er eerst? De kip of het ei? Wel, ik zal het u zeggen, het kuiken. De uitspraak van dit woord verschilde echter nog met die van voor de periode van de grote volksverhuizingen. Ui werd ij, wat maakte dat het jong van een kip een kijken was. Nu, wanneer men het tegenwoordig heeft over dit voorhistorisch kijken, heeft men het over de keken. Al snel wordt het ontstaan van de pottekekers-stam duidelijk: in de keken zag de eerste pottekekerbaby het daglicht. Een kleine toevoeging over de huidige uitspraak van het kuiken, dat later een keken werd: door de dominantie van Limburgse riddermachten kwam het woord keken in ongebruik en werd het vervangen door het veel populairdere, met Limburgse klanken doorspekte keuken.




Maar laat ons alsjeblief niet afwijken. De pottekijkers ontstonden dus in de keuken, zo zit de vork aan de steel. Maar wat is er nog zoal terug te vinden in de voorhistorische keuken? Jullie kennen hem allemaal wel: de kwamkwammer! En kijk eens wie daarnaast in de frigo lag, is dat een krop sla? Nee, het ziet er toch wat ouder uit. Volgens mij is het een sloeg. De sloeg deden ze vroeger wel eens in een grote slakwam. Ja, een lekker sloegje maakten ze daarmee. Soms wel met rozijnen, vroeger beter bekend als de rowaren. Maar rowaren, dat lust niet iedereen. Net zoals sprootjes. Lust jij sproten? Ikzelf eet ze toch liever dan witgeloofd, om eerlijk te zijn.

Je ziet, in de voorhistorische keuken ging het er ingewikkeld aan toe. Tijd voor een kopje koffie. Vond ik de koffiekon maar.
Creative Commons License
This work by Sylvie Peeters is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-No Derivative Works 2.0 Belgium License.